Acupunctuur prikt pijnstillers aan
Door Ellen Danhof
Een patiënt die op zijn gemakje uit Goethe citeert terwijl een chirurg bezig is zijn hersentumor te verwijderen, een minder vertraagde post-operatieve ademhaling, verdwenen braakneigingen en een daling van de morfine-behoefte met negentig procent tijdens de operatie. Innovaties in de anesthesie als gevolg van acht zilveren acupunctuurnaalden. Deze worden tijdens de operatie in oor en rug geprikt om zo lichaamseigen pijnstillers vrij te maken. Want, zo blijkt uit diverse onderzoeken van de Nijmeegse anesthesist dr. Kho, wie voor pijnstilling een beroep op z'n eigen lijf doet, herstelt sneller. Niettemin is de scepsis onder Nederlandse artsen ten aanzien van acupunctuur-anesthesie nog groot..
|
Foto: Het oor wordt door acupuncturisten vergeleken met een omgekeerde foetus. Het oorlelletje is het hoofdje en de schelp stelt de rug en achterkant van de benen voor. Door op bepaalde punten naalden te prikken worden de corresponderende lichaamsdelen verdoofd. Foto Ton Poortvliet
DE
BELANGSTELLING voor acupunctuur
werd in de jaren zeventig vooral gewekt door berichten over een volkomen
nieuw toepassingsgebied: acupunctuur-anesthesie
(AA). Volledig bij bewustzijn ondergingen patiënten grote chirurgische
ingrepen. Waar de een tijdens een hersenoperatie rustig een partje
sinaasappel at, converseerde de ander bij een baarmoederverwijdering
gewoon met haar partner. De wetenschappelijke wereld evenwel kon het
fenomeen acupunctuur-anesthesie
vanuit haar fysiologische achtergrond niet verklaren en verviel daarom
overwegend in ongeloof en scepsis.
Die houding sloeg om toen dierproeven uitwezen dat AA wel degelijk werkt. En wel als volgt: Door verscheidene acupunctuurpunten te stimuleren produceert het lichaam zèlf een toenemende hoeveelheid endorfinen. Dit zijn lichaamseigen pijnstillers die bijvoorbeeld in extreme mate vrijkomen tijdens een bevalling. AA verlaagt de pijndrempel aldus aanzienlijk, maar levert vooralsnog geen totale onderdrukking van pijn op. De patiënt moet daarom ook bij deze methode aan de vier voorwaarden van een gemiddelde anesthesie voldoen. Dit betekent dat hij allereerst een slaapmiddel krijgt toegediend, daarna spierverslappers en reflex-onderdrukkende middelen en tenslotte analgetica (pijnstillende middelen).
Als de acupuncturist voor de operatie acht naalden in het oor en op de rechterkant van de rug heeft gestoken, blijkt de morfine-behoefte van diezelfde patiënt met ongeveer negentig procent af te nemen. Acupunctuur heeft dus een duidelijk opiaatsparend effect, maar hoe ziet de anesthesist nou of de verdoofde patiënt wel of geen pijn lijdt? Dr. Kho, anesthesist en onderzoeker in het Nijmeegse Radboudziekenhuis: “Als de patiënt door de morfine of door de acupunctuur heen een pijnscheut krijgt, stijgt z'n bloeddruk, neemt z'n polsslag toe en begint hij te zweten of te tranen. Wij dienen dan extra morfine toe.”
Het winstpunt van acupunctuur zit tevens in het feit dat het bewustzijn na de ingreep eerder terugkeert en dat een afname van de hoeveelheid pijnstillende middelen óók een afname van het aantal bijwerkingen van deze opiaten bewerkstelligt. Morfine vertraagt de ademhaling en veroorzaakt braakneigingen, maar legt ook de stofwisseling en maagontlediging tijdelijk plat. Bovendien zou acupunctuur bij operaties leiden tot een vermindering én verminderde intensiteit van het aantal infecties dat normaliter na operaties optreedt.
De klassieke acupunctuur-methode waarbij de patiënt geen slaapmiddel kreeg toegediend en dus rustig zijn sinaasappeltje kon opeten terwijl de chirurg in hem sneed, sloeg in het westen niet aan. De voorbereidingen namen zo'n dag of drie in beslag en maakten de behandeling daardoor intensief en relatief duur. Ook vinden westerse anesthesisten het allesbehalve wenselijk dat hun patiënten ook maar één pijnscheut bewust ervaren. Dat levert immers onrustige mensen op die het operatieteam bovendien beletten tijdens vele uren durende sessies extra lang bij gecompliceerde zaken stil te staan.
Dr. Kho: “Vroeger was de anesthesie minder goed ontwikkeld en mocht de operatie uit angst voor complicaties niet te lang duren. Maar anno 1996 kunnen we de patiënt zo goed in de gaten houden, dat hij zelfs 24 uur onder zeil kan blijven als dat nodig is.”
AA is vanwege haar bewerkelijkheid alleen geschikt voor lange (drie uur en meer) en pijnlijke operaties. Wat de mogelijke besparingen zijn, kan dr. Kho moeilijk inschatten. “De patiënt kan de verkoeverkamer een uur eerder verlaten, hij loopt minder risico op infecties, hij heeft tijdens de operatie minder morfine nodig en herstelt sneller”, aldus de anesthesist. “Al die zaken leiden zeker tot kostenbesparingen, maar bij kleine operaties wegen de kosten op dit moment nog niet tegen de baten op.”
Na de ingreep blijken AA-patiënten nog evenveel behoefte aan pijnstilling te hebben als patiënten die op de reguliere manier zijn geopereerd. Om de negatieve effecten van de post-operatieve opiaten te verminderen, denkt dr. Kho dan ook aan het toepassen van acupunctuur als pijnbestrijder in de herstelfase. “Je kunt immers niet morfine blijven geven”, zegt hij. “Daar is het middel veel te verslavend voor. Een aantal mensen blijft naderhand pijnklachten houden. Voor hen zou acupunctuur uitkomst kunnen bieden. Daar moet echter eerst onderzoek naar worden gedaan. Dat kost geld en geld blijkt, zeker op 'alternatief' gebied, een schaars goed te zijn.”
Een tweede probleem is, dat het moeilijk is een placebo-gecontroleerd, dubbelblind onderzoek te doen naar acupunctuur. Patiënten voelen immers goed of zij wel of niet worden geprikt. Een beetje vechten tegen de bierkaai dus voor dr. Kho, maar hij blijft strijdbaar. “Voor wetenschappelijk onderzoek ben ik niet tevreden met alleen klinische gegevens van patiënten. Pijn is subjectief, maar ik wil naast subjectieve ook objectieve gegevens meten. Die ambitie wil ik hoe dan ook verwezenlijken.”
bron: Algemeen Dagblad, vrijdag 11 oktober 1996